Reisverhalen
Home > Reisverhalen > > Turkmenistan reisverhalen
Turkmenistan - Reisverhalen


Dwars door de Karakum woestijn

photo of Turkmenistan, meisje met hondje en de kameel in Darvaza, in het midden van de Kara Kum woestijnIn alle vroegte neem ik slaperig afscheid van de vrolijke patienten van het psychiatrisch instituut van Ashgabat waar ik de voorbije dagen logeerde.

Na wat onderhandelen weet ik een mashrutka te strikken dat mij wil dumpen tenmidden van de uitgestrekte Karakum woestijn. Deze enorme zandhoop vormt het onherbergzame hart van Turkmenistan en vult tachtig procent van het grondgebied. Aan de grenzen van het land, bakenen de Turkmeense steden in een grote cirkel het woestijngebied af.

Terwijl de laatste overheidsgebouwen, behangen met reusachtige posters van president Turkmenbashi voorbijflitsen, rijden we de bewoonde wereld uit. Binnen enkele jaren wil Turkmenbashi hier een dubbele drievaksbaan en spoorlijn zien verrijzen, maar zover is het nog lang niet. Voorlopig wordt de woestijn nog getemd door een schamel met zand overwaaid strookje asfalt dat zich moedig een weg graaft door de zandduinen. Af en toe passeren we een jeeptruck die denderend voortschrijdt door het barre zand, op weg naar een geisoleerd dorpje links of rechts van de weg. Voor hen is dit beetje asfalt een levensader, een navelstreng die hen linkt met de bewoonde wereld, die hen de exotische vreugde van meloenen, tomaten en meel schenkt. Water halen ze uit diepe putten in het zand, waar onderaardse bronnen dit gouden vocht doet opborrelen. Het belang van water voor Turkmenistan wordt onderstreept door een nationale feestdag die "een druppel water is een gouden graankorrel" heet.

Turkmenistan is ook een der heetste streken op aarde. Als de temperatuur in de hoofdstad Ashgabat in juni oploopt tot een zinderende zestig graden, wordt je in de woestijn geroosterd door opwaaiende gloeiende zandkorrels. Nu, in september, is het klimaat aangenaam vertelt de chauffeur van het busje, het is vandaag 42 graden. In de winter wordt het bar koud en verdwijnt de woestijn een zeldzame keer onder een dun laagje sneeuw.

In Jerbent, een eenzaam woestijndorpje, verlaat ik het busje. Tussen het zand liggen lemen huisjes verspreid, met ernaast hier en daar een yurt-tent. Kamelen wachten geduldig in de verschroeiende zon om gemolken te worden. Mijmerend zwalp ik over de zandduinen en tuur dromerig in de verte, in de hoop een glimp op te vangen van de afgelegen yurtenkampen die ik door mijn beperkte visumduur niet zal kunnen bezoeken.

Plots neemt een vriendelijke man me bij de arm en leidt me binnen in zijn yurt. In dit traditionele huis van hout en kamelenhuid vleien we ons neer naast een prachtig opgehangen tapijt, de bruidschat van zijn huwelijk, vertelt hij me. Naast hun oeroude Akhal-Teke paarden, de voorouders van de Arabische volbloed, zijn tapijten de grote trots van de Turkmenen.

Terwijl ik hem aan de hand van mijn fotoboekje vol groene Vlaamse weiden toon hoe wonderlijk de andere kant van de wereld eruitziet, dragen de vrouwen een grote kom met ons middagmaal binnen. Ik wring mijn gezicht in een beleefde hongerige glimlach terwijl ik de vettige brei keur, van waarop een gekookte geitekop mij uitnodigend aankijkt. Hij pulkt de beste brokjes van de schedel en legt ze met genoegen op mijn helft van de schotel, waarop ik ze luid smakkend doorspoel met slappe zouterige thee. Behulpzaam wijst hij naar een sliert darmen die ik in het geniep probeerde te verdrinken in de met geitevet doorweekte broodsmurrie. Ik bedank hem glimlachend voor de hint en slobber het ogenschijnlijk genietend binnen, terwijl ik hem met mijn opgestoken duim vertel dat het mij enorm smaakt. Een grote kom met verse kamelenmelk wordt binnengebracht. Met een pollepel roomt hij het witte schuim van het zure troebele vocht en giet het gul over het slagveld van geit en brood, waardoor enkele flarden maagwand die ik discreet liet verdwijnen weer komen bovendrijven.

Als we eindelijk door de vettige pap zijn geworsteld, bedank ik hem genoegzaam over de buik wrijvend voor het lekkere maal. We glijden onze handen over het gezicht om ook Allah te danken voor de rijkdom die hij ons schonk. Om het eten rustig te laten zakken stelt hij voor dat ik achterop de moto van zijn zoon omliggende gebied wat ga verkennen. We vliegen met het veelkleurig verroeste vehikel roekeloos door de zandduinen, terwijl ik luid boerend probeer de geitedarmen binnen te houden.

Een halfuurtje later strompel ik dooreengeschud en blij deze helse rit te hebben overleefd naar het huis om nog wat extra thee te drinken. Ik vraag ze wat uit over hun eetgewoonten en informeer nieuwsgierig als ze ook kamelenvlees eten. Ik begrijp hun antwoord niet goed, maar de vader begint geestdriftig zijn mes te slijpen en ik probeer verschrikt dit grote misverstand recht te trekken. Als ze me naar buiten leiden en wijzen naar een kamelenjong, dat lief naast haar moeder staat, vrees ik voor het ergste. Even later leiden ze het arme diertje weg van haar droevig roepende moeder, binden het ruw de poten samen met touw en duwen het, onder het door merg en been snijdende gehuil van de moeder, tegen de vlakte. Lachend dwingen ze mij mee te helpen. Met mijn volle gewicht kruip ik met de nodige tegenzin bovenop het wild tegenspartelende diertje en kan het slechts met de grootste moeite bedwingen. Naast mijn oren weerklinkt het enthousiaste geslijp van het mes. De vrouwen komen me helpen het dier rustig te houden en grijpen de kop en poten in een stevige wurggreep. De zoon haalt een gloeiende staaf uit het vuur en duwt sissend een litteken in de nek van het kamelenjong. Opgelucht begrijp ik dat ze me gewoon willen tonen hoe ze hun kamelen brandmerken en kijk dan ook lachend toe hoe de vader een klein stukje van het oor afsnijdt.

Na een theetje om te bekomen neem ik uitvoerig afscheid van hen en schenk ze mijn vlijmscherp zakmes in de hoop zo toekomstig dierenleed tot een minimum te beperken.

Even later stuif ik aan boord van een woestijntruck door het mulle zand. In Darvaza, een stoffig woestijndorp dat weet te overleven in een grauwgrijs maanlandschap, klauter ik uit het vehikel. Een lichte zandstorm, waar de zon moeizaam als een witte bol doorheenpriemt, bedekt de desolate omgeving met een surrealistische geelgrijze schijn. Naast ieder zandkleurig huisje prijkt traditioneel de familieyurt. Mijn verkenning van de omgeving duurt echter niet lang, want de bewoners van het eerste huisje dat ik passeer leiden me vriendelijk binnen voor een glas zoute thee. Ik neem plaats op het kleurrijk geitewollen tapijt en begin verlegen een gesprek onder de glunderende ogen van vijf kinderen en de fiere blik van hun met trotse rimpels overladen grootvader.

We praten wat over het harde leven in de woestijn en in Belgie, tot de oude man plots uit zijn hemdzakje een ijzeren staafje opduikt waaraan een zwarte massa is vastgeklit. "Heroin" vertelt hij lachend en nodigt me vriendelijk uit voor een rooksessie. Ik bekijk geshockeerd de omringende kinderkopjes die me aanmoedigend toeknikken. Na de Russische vodka heeft nu ook de opium uit buurland Afghanistan zijn intrede gedaan. Van een student in Ashgabat wist ik dat veel van zijn vrienden heroine namen, maar had nooit verwacht er hier, in het midden van die onmetelijke woestijn, als uitdrukking van gastvrijheid mee geconfronteerd te worden. Diplomatisch weer ik zijn aanbod af, waarna de ruwe gebarsten hand uitnodigend een langwerpig zakje met "nass" in mijn richting houdt. Het is de groenbruine kauwtabakm die je overal op de bazaars van Turkmenistan en Uzbekistan kunt kopen en die soms versneden is met opium. Als ik beleefd ook dit aanbod afsla, duwt hij droevig wat poeder met de handpalm onder de tong. Bang dat hij mijn dubbele weigering zou interpreteren als kritiek op zijn gastvrijheid, vertel ik uitvoerig hoe gelukkig ik ben zijn gast te mogen zijn en hoezeer ik geniet van dit moment. Als een weidse glimlach opnieuw zijn gezicht openrijt, denk ik dat mijn rechtzetting geslaagd is.

Het wordt langzaam schemerdonker en zijn kinderen leiden me uitgelaten naar de woestijnweg, waar ik opeengeperst in een nokvolle cockpit een lift krijg naar een truckerstheehuis, acht kilometer noordwaarts. In dit godvergeten baanresto vul ik de tijd met Indische gevechtsfilms terwijl uitgeputte truckers komen en gaan. Samen met enkele gestrande Turkmeense reizigers wacht ik op de laatste mashrutka die in de late avond zou passeren.

Als het minibusje rond middernacht eindelijk zijn opwachting maakt, laat ik me vermoeid wegzakken in een van de afgerafelde zeteltjes, klaar voor een lange ruige rit over het opgengereten asfalt dat leidt naar Konye-Urgench.

Het hotel waaraan ze mij, een gat in de nacht overleveren ziet er van buitenaf deftig uit, maar is binnen een ware ramp. In het complex van 50 kamers is geen druppel water te vinden, het toilet, een duister bescheten gat bevolkt door vliegen, ligt op een kwartiertje wandelen aan de achterkant van het gebouw, de deuren van de kamers kunnen niet dicht, de ramen niet open. Een verstikkende hitte hangt dan ook in de troosteloze kamer waar ik badend in mijn eigen zweet probeer te overleven duppelgeplooid in het hopeloos doorlegen bed. En alsof het luide gesnurk en de stinkende zweetvoeten van de Turkmeense trucker die mijn kamer deelt nog niet voldoende zijn, wekt het personeel me elk uur om een onduidelijkheid in mijn paspoortgegevens of een onbenullige vraag. Vasberaden probeer ik de ogen dicht te houden. Morgen moet ik immers fris en monter zijn om de medogenloze geldhongerige grenswachten van de Turkmeens-Uzbeekse grens de baas te kunnen.

 



Ashgabat

photo of Turkmenistan, Ashgabat, monument van de neutraliteit met een gouden beeld van president Turkmenbashi er bovenopTerwijl de luchthaventaxi het nachtelijke Ashgabat nadert, wijst de chauffeur trots naar het helverlichte gouden beeld dat in de verte boven de Turkmeense hoofdstad uittorent. "Nasha presideint !", "Onze president", vertelt hij met een fiere glimlach.

Nyazov, de vroegere Sovjet-burgemeester, liet na de onafhankelijkheid van Turkmenistan in 1991 zijn naam omdopen tot Turkmenbashi, hoofd van alle Turkmenen. In 1999 werd hij president voor het leven. Hij is populair bij de taxi-chauffeurs omdat hij, om de economie te bevorderen, de benzineprijs op minder dan 1 frank per liter houdt. Een fles water kost zo tien maal zoveel als dezelfde hoeveelheid benzine. Ook een goedkope luchtvaart draagt bij tot de economie, vindt hij. Voor de prijs van een Westerse hamburger (40 frank), koop je een ticket voor een binnenlandse vlucht. Voor tien hamburgers brengt een stokoude Antonov of glitternieuwe Boeing 717 van Turkmenistan Airlines je naar Frankfurt of Bangkok.

De povere Sovjetblokken van de buitenwijken maken plaats voor een Dubai-achtig stadscentrum met brede boulevards vol splinternieuwe gepolijste overheidsblokken. De rijkdom van deze vierde wereldproducent gas straalt er overtuigend van af. Het merendeel van de bevolking wacht echter nog steeds op de auto die Turkmenbashi beloofde toen hij zijn troon besteeg. Alhoewel gas, water en elektriciteit gratis zijn, is bij een gemiddeld maandloon van 40 dollar het nieuwe Koeweit nog niet in zicht.

Om de president te danken voor zijn vele weldaden dient elk bedrijf en overheidsinstelling zijn gevel te sieren met een reusachtige poster van hun volksheld. Vanachter het taxiraampje bewonder ik de enorme verlichte foto`s die langzaam voorbijglijden. De redder van het vaderland prijkt erop in diverse poses, nu eens gezeten op zijn troon, dan weer bloemen in ontvangst nemend of gewoon stijf rechtop in zijn modern maatpakje. Boven de borden staat in grote letters "Halk, Watan, Turkmenbashi", "Een volk, een natie, Turkmenbashi". Ik kan me perfect de grote paniek inbeelden die in 1997 uitbrak toen de president zijn grijze haren zwart verfde en al zijn posters in allerijl moesten vervangen worden.

Na wat zoekwerk door een verdwenen Russische straatnaam, zet de chauffeur me af bij het Psychiatrisch Instituut, waar de patienten de lege bedden doorverhuren. De groene poort zwaait enthousiast voor me open en Michael, een van de patienten, haalt me met open armen binnen. Een stralende glimlach verbindt zijn blitse ogen. Bruisend van tomeloze energie begint hij aan de rondleiding van de binnenkoer. Met wilde gebaren zet hij demonstratief alle toestellen van de openlucht keuken in werking en toont me nogal plastisch hoe ik boven het Frans toilet moet balanceren. De andere patienten hebben ondertussen thee en honingzoete meloen voor me klaargezet. Ze leiden me vriendelijk binnen in de TV-zaal voor het avondnieuws. Ik voel me meteen thuis en laat me vermoeid wegglijden in een van de ouwbollige zeteltjes.

Als het uur der waarheid is aangebroken, ga ik op het puntje van mijn zetel zitten, benieuwd naar wat nieuws uit de wereld. Op de jingle flitsen beelden van Turkmenbashi in alle mogelijke poses door de kamer. In de rechterbovenhoek waakt zijn gouden profiel. De nieuwslezer kondigt de belangrijkste gebeurtenissen van de dag aan. Gedurende tien minuten vult de foto van een telefonerende Turkemenbashi het beeld, hij heeft vandaag een vruchtbaar gesprek gehad met zijn Ukrainse ambstgenoot. Terwijl mijn theeglas wordt bijgevuld bewonderen we Turkmenbashi die handjes schudt op een bouwwerf. Daarna is deze ijverige man aan het speechen tot een vergadertafel vol nederige aanbidders die zijn wijze woorden gelaten neerpennen. Ik denk aan het eindvers uit het Turkmeense volkslied dat alle voorpaginas van de kranten siert "At the moment of my betrayal to my president, let my breath stop." en begrijp waarom er geen levendige discussie losbarst. Terwijl ik nog een stuk sappige meloen laat smelten op mijn tong, maakt de luide stem van Turkmenbashi met een gevatte onliner voor een juichende masse een einde aan zijn onemanshow.

Daarna is het tijd voor het weerbericht, 45 graden, zon. Het weer voorspellen in een woestijnland als Turkmenistan lijkt me simpel. Michael vertelt me echter dat de president begin dit jaar het loon van de weerman halveerde omdat hij te veel foute voorspellingen deed.

Als de arme man zijn hopelijk juiste voorspelling heeft afgerond, kleurt een wervelend folkoptreden het scherm. Turkmeense vrouwen in prachtige gewaden en schitterende zilveren kronen dansen op traditionele muziek. Tussen het spel van langhalsluiten door klinkt in het refrein "Turkmenbashi, Turkmenbashi". De president is een fervent voorstander van een nieuwe bloei van de Turkmeense tradities en heeft daarom opera en ballet verboden omdat ze vreemd zijn aan de Turkmeense cultuur. Om het Turkmeense volk zuiver te houden eist hij een staatsbruidsschat van 50.000 dollar aan elke vreemdeling die een Turkmeense vrouw de hand vraagt. Ik probeer te berekenen hoeveel kamelen dit zijn.

In het avondvullend zang -en dansprogramma herken ik ook af en toe het woord "Ruhnama", het boek dat Turkmenbashi schreef ter gelegenheid van zijn 60ste verjaardag. Het is een spirituele tekst die het leven en de gewoontes van de Turkmenen moet bepalen. Een overijverige journalist schreef bij het verschijnen ervan een artikel "Het woord van de profeet", waarbij hij zijn geliefde leider omschreef als een nationale profeet die is neergedaald naar het Turkmeense volk voor het derde millennium. Hij werd echter teruggefloten door de president zelf die economische reacties uit de moslimgemeenschap vreesde voor het gebruik van die Islamitisch geinspireerde terminologie.

Ondertussen is het middernacht geworden en de vrouwen blijven onvermoeid doordansen en al zingend hun grote roerganger prijzen. Vermoeid kruip ik onder de lakens en hoor de "Turkmenbashi"-gezangen langzaam wegsterven terwijl ik indommel.

In de vroege morgen neem ik een spotgoedkope taxi naar de Tolkuchka bazaar aan de rand van de stad. Met de uitgedroogde flanken van het Kopet Dag gebergte in de achtergrond sla ik de overweldigende wirwar van Turkmeense vrouwen gade terwijl ze hun felle geel-blauwe gewaden, zijden hoofddoeken en gouden tanden laten schitteren in het eerste zonlicht. Oude mannen met woeste onderbaarden en hun gladgeschoren hoofd eerbiedwaardig verborgen onder enorme geitewollen hoeden, keuren de koopwaar. Op deze reusachtige oeroude supermarkt is alles te koop van ambachtelijke gereedschappen over kleurrijke klederen tot Sunny, Panasoanic en Philibs radiootjes.

Tenmidden van het gewoel staat een groepje knappe traditioneel geklede vrouwen opvallend niets te doen. Als ik ze nieuwsgierig passeer, fluisteren ze zacht "dol-lar, dol-lar", en laten de "l" daarbij sensueel lang tussen de lippen zweven. Slimme zakenvrouwen beheren de Turkmeense zwarte markt, waar je een ongeloofelijke vijf keer meer krijgt voor je dollars dan bij de bank. Ik smelt dan ook voor hun onweerstaanbare charmes en laat me, mak als een lammetje, verleiden tot een illegale transactie. Voor een schamel velletje van 10 dollar schenken ze me een vijf centimeter dikke bundel briefjes van 5000 Manat die ik schuchter om me heen glurend natel. Vanaf elk biljet kijkt het gezicht van Turkmenbashi me vermanend aan.

Met de zakken uitpuilend van de Manats, koop ik wat verderop een glas kamelenmelk van een oud vrouwtje. Terwijl ik met het zure vocht mijn dorst les, bespied ik hoe families toekomstige bruidstapijten keuren. De met dieprode stof geweven meesterwerken, die door de eeuwenoude handel langs de zijderoute de misleidende naam "Buchara"-tapijten kregen opgekleefd, stralen een heel hoge kwaliteit uit. Met een afbeelding van de Turkmeense vlag, waarop de motieven van de vijf Turkmeense stammen staan, slenter ik langs de prachtige tapijten en probeer uit de patronen hun herkomst te achterhalen. Ik hoop dat de enkele tapijten met de geweven beeltenis van Turkmenbashi geen mode worden.

Terug in het stadscentrum bezoek ik het reisbureau dat mijn uitnodigingsbrief regelde om de verschuldigde 25 dollar te vereffenen. Turkmenistan heeft een van de strengste visumreglementen ter wereld. Ik mag van geluk spreken dat ze mij als individuele reiziger nog een uitnodiging hebben gegeven, vertelt Lena, de charmante zaakvoerster. Nadat Turkmenbashi begin dit jaar weet kreeg van enkele negatieve artikels die in het buitenland over hem waren verschenen, mogen journalisten het land niet meer in. Elk reisbureau dat durft een toeristenvisum te leveren aan een journalist, zal zijn licentie verliezen, dreigde hij razend. Omdat ze bij een aanvraag niet kunnen weten als het om een als toerist vermomde journalist gaat, staan de reisorganisaties heel weigerachtig om nog voor individuele reizigers een uitnodiging te schrijven. Lena blijkt een intelligente vrouw te zijn die heel wat van de wereld heeft gezien en we hebben dan ook een boeiend gesprek. Als ik het onderwerp op de president breng is ze uitermate lovend. Sinds hij de KGB-sterkte vertwintigvoudigde tot tienduizend man hebben de muren erg grote oren gekregen. Ondankbaren die hun grote weldoener bekritiseren verdwijnen in alle stilte.

In een nabijgelegen park eet ik op een rustig terrasje een shashlik van de barbecue terwijl ik genietend van de relaxe sfeer wat schrijf in mijn notitieboekje. Plots staat de ober naast mij en vraagt argwanend "Ti correspondeint ?", wantrouwig naar mijn boekje wijzend. Ik prevel iets over kaartje naar mama en papa en moffel het boekje snel weg. "Correspondeint" zijn is gevaarlijk in Turkmenistan.

Aan het Univermag Shopping Center ontmoet ik Shahla en Vladimir, een koppel dat ik leerde kennen op het vliegtuig en met wie ik afgesproken heb om een stadswandeling te maken. In de droge woestijnhitte slenteren we onder het toekijkend oog van de vele beeltenissen van de Turkmeense burgerheld door de steriele lanen, waaruit alle leven lijkt weggezogen. De stad staat vol stenen, bronzen en gouden beelden van hun oppermachtige clanleider. Vladimir zegt dat Turkmenbashi in zijn beginperiode de hoofden van de vele Leninbeelden liet vervangen door zijn hoofd. Nu is er blijkbaar geld genoeg voor nieuwe beelden. Op de recentste beelden glittert hij als een wijze man vanop zijn troon het land behoedend voor oorlogen en de medogenloze maffia waaronder zovele andere ex-Sovjetrepublieken nu lijden.

Vladimir is een van de vele Russen die is achtergebleven in Asghabat. Hij laat me voorzichtig, maar overduidelijk uitschijnen dat hij niet zo opgetogen is met de nieuwe president. In de tijd van de Sovet-Unie was alles beter, toen had iedereen werk. Nu schuimt hij als werkeloze kok de leegstaande hotels af in de hoop er een baantje te vinden.

photo of Turkmenistan Ashgabat Asghabat Turkmenbashi standbeeld voor een overheidsgebouwIn een park bewonderen we een soort Maria-beeld met een gouden baby in de armen. Shahla vertelt me dat het ter nagedachtenis is aan de moeder van Turkmenbashi die omkwam in de allesverwoestende aardbeving die Asghabat in 1948 trof. De moordende tien punten op de schaal van Richter beefden de stad in luttele seconden met de grond gelijk, meer dan honderdduizend doden onder het puin begravend. Het gouden mannetje, Turkmenbashi, werd als bij wonder gered uit deze verschrikkelijke natuurramp. Een eind verderop wordt zijn mirakuleuse redding uitgebeeld als een reusachtige mythologische stier die een gouden baby tussen zijn hoorns houdt. Naast dit beeld staat een hypermoderne eifeltoren, waarboven het gouden beeld prijkt, dat ik uit de taxi kon zien schitteren. De grote volksheld is erop afgebeeld de zon en zijn rijk omarmend. Het beeld draait mee met de zon. Een lift brengt ons aan de voeten ervan.

Onder ons zien we een enorme bruisende watermassa, wat de grootste fontein ter wereld moet voorstellen, de ultieme overwinning van Asghabat op de woestijn. Fonteinen zijn een hobby van de president. In het park voor zijn bombastische paleis sproeit water met volle teugen. Het water is afkomstig van het Karakum kanaal, de kunstmatige levensader die Turkmenistan doorkruist en die bevoorraadt wordt door de Amoe Darja, de rivier die vroeger het Aral meer vulde. Ik vraag me af wat de arme bewoners van de oevers van dit opdrogende meer er van zouden denken als ze deze verkwisting van het vloeibare goud zouden zien.

We drinken nog wat in een park, nemen afscheid na invallen van de duisternis en even later wandel ik door het verlichte fonteinenpark terug naar mijn instelling. Als ik op de groene poort wil bonken, bemerk ik te laat de politieagent die uit het duister komt op me afgestapt. "Wat doe je hier ?", snauwt hij, "Waar is je hotel ?", "Passport !". Ik overhandig hem het stempelboekje, waar hij tot zijn spijt niets fout kan in vinden. Omdat het Instituut mij niet registreert en mijn verblijf er dus illegaal is, vertel ik hem dat mijn vriend schijnbaar niet thuis is en dat ik nu maar terugkeer naar mijn hotel. Ik loop door de donkere straten het blokje om en sluip even later bang om me heen kijkend terug naar de poort. De agent is gelukkig verdwenen en de vriendelijke lach van Michael opent de deur die me in veiligheid brengt. Als hij mijn verhaal hoort zwaaien zijn gebalde vuisten strijdhaftig door de lucht en roept hij razend "Waar zijn ze ?", alsof hij de agent wil te lijf gaan. Het Psychiatrisch Instituut betaalt trouw hun smeergeld aan de arm der wet. Hun gasten moeten dus niet lastig gevallen worden.

Na de nieuwe goede daden van de president en de daaropvolgende knappe, maar dure, Turkmeense folkloremeisjes te hebben bewonderd op TV, val ik uitgeput in slaap en droom van _ hoe kan het ook anders _ Turkmenbashi.



Reisgids en Foto's Turkmenistan

Praktische reis informatie over reizen naar Turkmenistan, accommodatie, bezienswaardigheden, transport en grensovergangen vind je in de Reisgids Turkmenistan
Fotografie met photos uit Turkmenistan vind je op de foto pagina Foto's uit Turkmenistan.