Reisverhalen
Home > Reisverhalen > > Roemenie reisverhalen
Roemenië - Reisverhalen


Ten velde in Transylvanië

photo of Roemenie Transsylvanie Karpaten Reizen Toerisme, het dorpje Funtenele in de KarpatenDe reis begint met een uitdagende verrassing : zonder Servisch transitvisum word ik niet toegelaten op de bus naar Sofia. Na maanden studie van visumformaliteiten en een paspoort dat uitpuilt van de stempels is dit het gepaste begin van mijn reis. De Bulgaarse bemanning gaat na hardnekkig onderhandelen uiteindelijk akkoord mij eruit te zwieren in Hongarije, net voor de Servische grens.

Aan boord van de bus kleurt een Amerikaanse film de grauwe binnenbekleding. Het vreemde is dat alle personages, mannelijk en vrouwelijk, door een enkele mompelende mannestem worden gedubd. Het klinkt alsof de buschauffeur persoonlijk de simultaanvertaling verzorgd.

Aan de `Europese grens` tussen Oostenrijk en Hongarije zijn er wat problemen met een paspoort. Wat omstuimige handgebaren en een briefje van honderd Duitse mark dat via een discrete handdruk van eigenaar wisselt blijken de remedie. Ik leer weeral bij.

Na 30 uur bussen vlieg ik er met pak en zak uit. Ik blijk in Szeged (Hongarije) aanbeland te zijn. In de verschroeiende hitte strompel ik, mijn duim smekend en krampachtig in de lucht houdend, in de richting van de Roemeense grens. Ik zie er nu al blijkbaar te smerig uit om mee te nemen, want geen enkele auto wil stoppen. Tien kilometer verder zwoeg ik, te voet dan maar, Roemenie binnen.

De Roemeense kant van de grens wordt bevolkt door hitsige geldwisselaars en het scheelt weinig of ik word de grens terug over gezet wegens een illegale financiele transactie. Door de torenhoge inflatie (45 procent) ruilen alle Roemenen al hun haast waardeloze lei zo snel mogelijk om in harde valuta. Het grensstadje Arad bulkt dan ook van de wisselkantoren.

De volgende dag kan ik de trein van Arad naar Sibiu overhalen om mij mee te nemen. De stationsloketten vertolken de ultieme communistische droom. De loketbeamte zit niet zichtbaar weggedoken in een hokje waar zich onderaan, zoals bij een automaat, een opening bevindt. Je gooit wat geld naar binnen en er vliegt een ticketje naar buiten. Ik buig me voorover en steek ongegeneerd mijn neus naar binnen door het gaatje waaruit de ticketjes vliegen. Het hokje blijkt bewoond door een dame die ommuurd is door een gigantisch rek met honderden kleine schuifjes waaruit stapeltjes ticketjes puilen. Machinaal plukt ze het juiste ticketje eruit en zwiert het met een krachtige armbeweging in de richting van het povere lichtstraaltje dat door het gaatje naar binnen glipt. Ik vraag haar of ze het menselijk contact en een vrolijke babbel niet mist, maar ze begrijpt mij niet en kegelt rakelings langs mij alweer een ticketje naar buiten.

Sibiu is een aangenaam provinciestadje, waar de jongeren pronken met hun GSM`s temidden van aftandse Dacia`s, de Roemeense variante van de legendarische Trabant.

De volgende ochtend stap ik op goed geluk uit de trein in Sibiel, in de heuvels ten Westen van Sibiu, en geef mij over aan de genadeloze vrieskou. Het is nog heel vroeg en ik laat mezelf genoegzaam verdwalen in dit ongerepte stukje landelijk Transsylvanie. Af en toe rammelen enkele boeren op paard en kar voorbij, op weg naar een noeste dag in de velden. Ze kijken me verbaasd aan en vragen in weidse gebarentaal wat ik hier kom doen en waar ik heenga. Ik heb ergens een verroeste pijl met `Muzeul` gezien en verleen met deze gevleugelde woorden een doel aan mijn bezoek. Vereerd herkennen ze in mij de kunsthistoricus die speciaal vanuit Belgie is gekomen om met mijn deskundig oog de schatten van hun dorp te aanschouwen en hun enthousiaste gebaren sturen me verder bergop.

De zon is ondertussen ongemeen krachtig van achter de bergen opgedoken en de harde winterkou heeft plaatsgemaakt voor een zomerse gloed. Kreunend onder de logge massa van mijn zware rugzak bereik ik uitgeput het idyllische Fintenele. Het is een schitterend landelijk bergdorpje omzoomd door wouden met pastelkleurige aaneengebouwde boerderijtjes, geplaveide steegjes en een blauw kerkje dat omsingeld door witte kruisjes boven het dorp uittorent. Af en toe zwaait statig een van de reusachtige houten poorten open en manoevreert een boer zijn tweespan naar buiten. Ik werp nieuwgierig een blik op de stallingen, de schuur en de waterput rond een bloemrijk erf.
Ondertussen is mijn triomfantelijke inttrede niet ongemerkt voorbijgegaan en komt de museumconservator, een oude boer in werkschort met een tand, me vanover het erf aangelopen. Aan de overzijde van de straat opent hij een houten huisje met twee kamertjes waarin traditionele kleren, oude gebruiksvoorwerpen en glasikonen geschilderd door de dorpsbewoners rusten. Met grootse gebaren en in zijn beste Roemeens wekt de conservator het museum tot leven. Het is enorm sympathiek en vreemd tegelijk zo`n schattig folkloremuseum in een bergdorpje waar in onze ogen de tijd is blijven stilstaan.

Ik zou enorm graag in het dorpje overnachten en vraag de oude boer of er geen slaapgelegenheid is. Hij kijkt eerst wat bedenkelijk, maar zijn dochter brengt me uiteindelijk naar Elena en Lili, een oude weduwe en haar dochter, die mij als verloren zoon in hun midden willen opnemen en koesteren.

Het leven is een beetje rudimentair hier : er is geen stromend water, geen telefoon, geen winkel. Tevergeefs zoek ik naar de douche, het kraantje om mijn vuile handen te wassen, de wasbak om diskreet mijn tandpasta uit te spuwen en de trekker van de WC. Telkens wijzen de twee oude dames lachend naar buiten en even later sta ik met mijn emmertje bij de dorpsbewoners aan te schuiven bij de waterput.

Voor elke maaltijd (ook het ontbijt) dien ik Tsamakutha, een zelfgestookte drank (45 graden) van fruit uit de tuin, te degusteren. Met brede glimlach verschijnt dan Lili in mijn gezichtsveld, gelukzalig zwaaiend met een Colafles vol van dat heel gezonde goedje. Ze vult met een sierlijke beweging mijn glas en wijst dan uitnodigend op het glas terwijl ze luidkeels roept `Tsamakutha, natural !!`, waarop ze zich trots op de borst klopt om de goede herkomst te beklemtonen. Ik hijs daarop op traditionele wijze het glas op haar gezondheid en zwier het plechtig in een geut achterover. Nog voor ik bekomen ben van de alcoholboost weerklinkt alweer `Tsamakutha, natural !!` en mijn glas blijkt zich opnieuw op wonderbaarlijke wijze gevuld te hebben. Haar vinger blijft vriendelijk, maar kordaat, op het glas gepind tot ik het opnieuw ter harer ere ten hemel hef en de volgende alcoholboost doorsta. Dit ritueel herhaalt zicht vele malen bij elke maaltijd.

Het zijn harde tijden voor mij.

 



De wilde Roemeense honden

photo of Roemenie Sibiu Reizen Toerisme, de kerk van SibiuNota vooraleer je na het lezen van dit verhaal je Roemeense vakantie annuleert : Dit verhaal schreef ik in april 2001. Tegenwoordig zou Bucharest volledig gezuiverd zijn van straathonden. Het gevaar er één op het lijf te lopen blijft echter nog bestaan als je trekkings onderneemt in de Karpaten.
Het Dazzer-toestelletje kocht ik bij AS Adventure, maar is wellicht ook te koop in dierenwinkels. Een brillendoos ervoor is nuttig vermits mijn trilplaat (en daarmee het hele toestel) kapot raakte door een deuk. Misschien is voor trekkers een hondenfluitje praktischer en robuuster, alhoewel ik daar als totale honden-leek eigenlijk geen idee van heb.


Voor de liefhebber van smerige en aggressieve straathonden is Roemenie een waar paradijs. Bucharest alleen al is de trotse bezitter van een half miljoen verloederde zwerfhonden. Je loopt geen straat in zonder enkele van deze grauwe beesten tegen het blaffende lijf te lopen.

Elke maand worden meer dan driehonderd mensen verpleegd voor hondebeten. Ik leer angstvallig de naam van het `nieuwe` en pijnloze vaccin tegen hondsdolheid van buiten na een artikel gelezen te hebben over de pijnlijke injecties in de maag met monsterachtige spuiten met het `oude` vaccin die je in sommige ziekenhuisen nog krijgt toegediend als je niet uitdrukkelijk naar het nieuwe vaccin vraagt.

Het stadsbestuur van Bucharest probeert nu voor de tweede maal een project te lanceren om van deze gevaarlijke honden af te raken. Alle loslopende honden zouden gevangen worden, waarop eventuele eigenaars 10 dagen de tijd krijgen om hun dierbare vriend op te halen, na deze tijd wordt het diertje op menswaardige wijze vernietigd.

De eerste poging om het hondenprobleem op te lossen stootte op protest van een groep dierenactivisten. Ook Brigitte Bardot was van de partij om dit barbaarse plan de grond in te boren.

Ondertussen blijven de straten van Bucharest onveilig en zijn bepaalde parken bijna ontoegankelijk door hondenbendes die hun territorium met de tanden verdedigen. Ik zag hondenbezitters die in paniek de leiband van hun huisdier moesten losmaken zodat het dier kon ontsnappen aan de aanval van een twintigtal verwilderde soortgenoten.

Als canofoob voel ik mij desondanks op mijn gemak dan zij mijn geheime wapen : de Dazer. De uitvinder van dit vernuftige apparaatje dat ultrasone geluiden uitstuurt om honden op afstand te houden verdient de nobelprijs. Een simpele druk op de knop en het wilde beest dat in volle vaart moorddadig blaffend op mij komt afgestormd maakt pijlsnel en in discreet stilzwijgen rechtsomkeer, zoals het hoort. Veel hangt wel af van het goede gehoor van het dier. Ten velde, waar het ook al stikte van de wilde honden, had mijn persoonlijke schutskring een radius van meer dan 20 meter. Hier in Bucharest moet ik het stellen met een magere 3 meter. Ik heb nu al nachtmerries bij de gedachte aan de eerste volledig dove hond waarnaar ik glimlachend en blakend van zelfvertrouwen mijn geheime wapen zal richten.

 



Pasen

Pasen is een heel belangrijke feestdag voor de Orthodoxe Christenen. Dit werd mij in elk geval duidelijk hier in Bucharest, waar de gewoonlijke chocolade-indigeste plaatsmaakte voor een heel ander spektakel.

Van `s morgens vroeg al stonden lange rijen aan te schuiven bij de slagers voor het speciale paaslamsvlees. Het leek even of de communistische tijd teruggekeerd was.

`s Avonds om 22u startte de gebedsdienst in de kerk. Wij gingen naar de grootste Orthodoxe kerk van het land, de Metropolitana, het Vatikaan van de Roemeense Orthodoxe kerk. Een enorme massa, vooral jongeren, had zich verzameld rond de openlucht gebedsdienst. De meesten leken meer voor de sfeer te komen, want er werd gebabbeld en gerookt en bijna niemand luisterde naar de orthodoxe Paus die zijn uiterste best deed om iets interessants te vertellen. Binnen in de overvloedig met goud belegde kerk stonden lange rijen aan te schuiven om de ikonen van Jezus en Maria te kussen. Ondertussen koopt iedereen bij de zigeuners enkele kaarsjes voor het grote moment.

Op middernacht breekt dan het ogenblik aan waarop iedereen met spanning heeft gewacht. De klokken doorbreken de geladen stilte terwijl de hoofdpatriarch plechtig het heilige vuur van zijn kaars aan de mensen vooraan in de massa aanreikt. Het is prachtig om te zien hoe het vuur wordt doorgegeven van kaarsje tot kaarsje en de vlammetjes zich langzaam over de massa verspreiden. Even later brengt iedereen, hartstochtelijk zijn kaarsje koesterend, het gewijde vuur naar huis. De volledige stad lijkt in de ban van dit vuur. De straten lopen vol kaarsjes, in elke auto bibbert een lichtje en ook in de metro zit iedereen vurig zijn vlammetje te beschermen tegen de medogenloze windvlagen. Als het vuur dan toch dooft, dienen ze iemand te zoeken die wel nog in het bezit is van een gewijde lichtbron. Iedereen heeft zo zijn eigen techniek om het heilige licht behouden thuis te brengen, MC Donaldsbekertjes blijken het populairst.

De blijde intrede van het grote licht wordt thuis gevierd met een overvloedig maal met lamsvlees, brood en wijn, ter herdenking van het laatste avondmaal en het einde van de vasten. Gekleurde eieren worden in de vuist genomen en op rituele wijze bij elkaar stukgeslagen en opgegeten.

Ik vraag vol medelijden aan de taxichauffeur die ons naar een nachtelijke kroeg brengt of hij het nu zonder kaarsje moet stellen. Het blijkt echter geen probleem te zijn, want de orthodoxe priesters blijven onvermoeibaar gebeden prevelen tot dageraad. Om 5 uur `s morgens komen alle nachtwerkers dan nog op de valreep hun gewijde vlammetje afhalen.

 



Het genie van de Karpaten

photo of Roemenie Bucharest Paleis Ceaucescu in BoekarestBoven Roemenie hangt nog steeds de schaduw van Ceaucescu, de tiran van de Karpaten.

De gevoelens die de Roemenen koesteren jegens hun grote volksheld zijn tweezijdig.

Toen Ceaucescu aan de macht was had bijna iedereen het beter. De moordende inflatie (40 procent) die het land tegenwoordig in zijn ban houdt heeft de Roemenen arm gemaakt. De prijzen stijgen dag na dag, terwijl hun loon gelijk blijft. Ze reageren dan ook boos als ik met mijn typisch Westerse opmerking `Maar je bent nu toch vrij` afkom. `Wat ben je met vrijheid`, zeggen ze, `als je nog geen geld hebt om eten te kopen.`

Ook met de gezondheidszorg, een van de basispeilers van het voormalige communistische regime, gaat het steil bergaf. Omdat ik mijn knie wat had overbelast bij een bergtocht had ik de eer het beste staatsziekenhuis van Bucharest te bezoeken. Het grauwe complex had zich genesteld tussen verroeste pijpleidingen en voorspelde weinig goeds. Mijn onverwachtte verschijning creerde grote paniek onder de 5 aanwezige verpleegsters. Ze begonnen hysterisch in het rond te lopen en gooiden in het wilde weg deuren van dokterskabinetten open. De hele wachtzaal kon overal ongegeneerd binnengluren en ik vroeg me af als ze bij de gynecoloog een zelfde niveau van privacy hanteerden. De verpleegsters spraken daarenboven geen letter Engels en daar zo zittend tussen rolstoelpatienten begon ik voor een amputatie te vrezen. Gelukkig bleek de dokter wel bekwaam en de Engelse taal machtig. Omdat het papierwerk om een buitenlander te behandelen zo enorm zou zijn, verkoos hij mij gratis te adviseren. Ik voelde mij een beetje gegeneerd toen een Roemeen me achteraf vertelde dat de meeste van zijn landgenoten zich geen doktersbezoek kunnen veroorloven. Niemand heeft immers geld over voor de mutualiteit. Als je dan toch het ziekenhuis kunt betalen, dan is dit nog geen garantie dat je er effectief verzorgd wordt. De verpleegsters zijn zodanig onderbetaald dat ze je niet behandelen als je ze geen extra fooien toesteekt. De meeste Roemenen moeten dan ook op hun familie rekenen om hen in het ziekenhuis te komen verzorgen. De boeren, die niet elke dag naar de stad kunnen komen, smeken een behandeling af door het corrupte verplegend personeel te paaien met kaas, groenten en andere produkten van de boerderij. Ik begrijp meer en meer waarom de tijd van Ceaucescu zo slecht nog niet was ?

Het lijkt er ook op dat hij langzaam wat meer in ere wordt hersteld, of tenminste tegenwoordig minder verguisd wordt. Op zijn graf, een hoopje aarde met wat bloemetjes en een eenvoudig verroest kruis, prijkt sinds kort zijn naam. Om te vermijden dat zijn laatste rustplaats een bedevaartsoord zou worden, hadden de nieuwe machthebbers (zijn voormalige collega`s) oorspronkelijk verkozen er een valse naam en overlijdensdatum op te plaatsen. Ook het immense Volkshuis, zijn belangrijkste en meest in het oog springende nalatenis, wordt in een langzaam tempo volledig afgewerkt. Dit enorme gebouw (enkel het Pentagon is groter) met zijn 1000 kamers opgetrokken uit de kostbaarste marmer en houtsoorten, diende het epicentrum te worden van Ceaucescu`s nieuwe stadswijk. Het was een pompeus project waarvoor een oude volkswijk werd platgegooid om plaats te ruimen voor een 5 kilometer lange `Champs Elysees` die uitmondt op het Volkshuis dat vanop een kunstmatige heuvel boven de wijk uittorent. Het Parijse voorbeeld moet Ceaucescu serieus parten hebben gespeeld, want ook de `Arc de Triomphe` werd nagebouwd. Hij zorgde er uiteraard wel voor dat zowel de boulevard als de triomfboog net enkele meters groter waren dan hun origineel. Het tragische is echter dat juist in de jaren tachtig, toen 20.000 arbeiders dit rijkelijke paleis uit de grond stampten, er ook een ander project liep van de redder van de natie om de staatsschuld af te betalen. De buiksriem werd op bepaalde plaatsen zo hard aangespannen dat er hongersdoden vielen. Omdat de held van de Karpaten echter zo slim was zijn paleis uitdrukkelijk uitsluitend uit Roemeense materialen en door Roemeense architecten, kunstenaars en arbeiders op te trekken, wist hij toch een zekere fierheid van de Roemenen voor `hun` Volkshuis te forceren. Tegenwoordig heeft het Parlement er zijn thuis gevonden.



Reisgids en Foto's RoemeniË

Praktische reis informatie over reizen naar Roemenie, accommodatie, bezienswaardigheden, transport en grensovergangen vind je in de Reisgids Roemenie
Fotografie met photos uit Romania vind je op de foto pagina Foto's uit Roemenie.